Yogya-Bali
En hier komt nog iets heel typisch bij: liegen als overlevingsstrategie om gezichtsverlies te voorkomen.
Niet liegen uit kwaadwilligheid, maar uit angst om de schijn van perfectie te verliezen.
Ik maakte het onlangs nog mee: een paar technici kwamen internet installeren. Ze moesten een rapport invullen via een tablet die in een afgesloten kast lag, maar de sleutel daarvan had een lege batterij. Rapport maken kon dus gewoon niet.
In plaats van dat eerlijk te zeggen, vroegen ze mij of ik even wilde meedoen aan hun leugen en zeggen dat het rapport wél was gemaakt. Alles om maar geen blaam te krijgen.
Dat is geen incident — het is structureel.
Hier is liegen sociaal geaccepteerd, zolang het iemands “gezicht” redt.
Fouten bestaan niet, alleen schuldigen. En dus zal niemand ooit toegeven dat hij iets fout heeft gedaan.
Zelfreflectie? Nauwelijks. Eerlijkheid? Alleen zolang het geen gezichtsverlies oplevert.
Wat ik het meest schrijnend vind, is dat men dit niet eens ziet als liegen, maar als “beleefd zijn”.
Een bizarre verdraaiing van waarden: liever een nette leugen dan een ongemakkelijke waarheid.
Zelfs het jaarlijkse “mohon maaf lahir batin” met Idul Fitri is daar een voorbeeld van — een sociaal ritueel zonder echte betekenis.
Men vraagt om vergeving, maar niet omdat men iets inziet of wil veranderen. Het is gewoon wat je hoort te zeggen, zoals een automatische groet.
Het probleem zit dieper: men verwart trots met waardigheid.
Echte waardigheid komt voort uit eerlijkheid, verantwoordelijkheid nemen en kunnen toegeven dat je fout zat.
Maar zolang gezichtsverlies als het ergste wordt gezien, zal de waarheid hier altijd het eerste slachtoffer blijven.